maandag 14 september 2009

Witte wijn.


Brussel, augustus 2009
Terwijl een massa van mensen en auto's aan ons voorbij ging, bekeken D en ik hen vanop een trapje in hartje Brussel en ontkurkten we de fles wijn die we zopas rijker waren geworden. Zelf wist ik niet op welke plek ik juist zat. Dynamiek en ijver omringden me, maar ze bewogen op een ritme dat ik niet kon volgen.
"Denk je dat het iets kan worden met T?" vroeg D me, waarop ze de fles wijn doorgaf.
"Ik betwijfel of ik dat wel wil" antwoordde ik na een forse slok te nemen, en ik besefte dat deze woorden niet eens zo hol waren.


Gent, juli 2009
Ik zette de lege fles neer en kroop terug in T's armen.
"Je weet dat ik gek op je ben." hoorde ik plots. Mijn hoofd tolde, en het kwam niet door de wijn.

Ik keek op en drukte mijn lippen op de zijne, niet wetend of ik hiermee zijn vraag wilde beantwoorden of of ik te onzeker was om iets gelijkaardigs aan te horen. Zowel uit zijn mond als uit de mijne.


Brussel, augustus 2009
Ik merkte een verliefd koppeltje op dat voorbijliep en trachtte mezelf in die situatie voor te stellen. Een poging die mislukte.
"Maar heb je eigenlijk spijt van die nacht?"
"Neen, helemaal niet. T is geweldig, en de herinnering is dat ook nog steeds."
D fronste: "Dus je verlangt toch dat het ergens heen gaat? Ik bedoel, samen zijn jullie perfect, dat ziet iedereen."
De ooit zelfverklaarde pessimist keek me hoopvol aan. Hoop die ongetwijfeld te wijten was aan haar eigen fortuinlijke vondst in de liefde.
"Het probleem is dat ik weet niet waar het heen zou moeten gaan. En als ik niet weet waar ik wél heen wil gaan, zal ik er dan ooit geraken?"
Een zucht ontsnapte. Door even stil te staan realiseerde ik me dat ik niets meer deed dan in rondjes draaien. Toen vormde een glimlach zich op mijn lippen.
"Aas je misschien op een dubbeldate?" vroeg ik D grijnzend, en met blosjes op de wangen keek ze verlegen naar beneden.



Volgers